Judo
Judo is een sport voor iedereen: voor jong en oud en voor zowel meisjes als jongens. In Nederland is Judo veruit de populairste Martial Art. Duizenden judoka's beoefenen in de recreatieve sfeer met veel enthousiasme de judosport en daarnaast is Judo ook een Olympische wedstrijdsport, met Nederland als een van de meest succesvolle landen van de wereld. Judo is een van oorsprong Japanse vechtsport die rond 1882 is ontworpen door Jigoro Kano en 'zachte weg' betekent. Judo is ontwikkeld uit het oudere Jiu-Jitsu. Kano vond het Jiu-Jitsu te hard en zocht ernaar een zachtere sport te ontwikkelen. Het Judo was volgens Kano veiliger om te beoefenen en dus prettiger om te trainen en leuker om naar te kijken. In het Jiu-Jitsu gaat het erom je tegenstander(s) te verslaan. Zelfs zo, dat ze niet meer kunnen opstaan. Judo is meer een spel, een manier om iemand te werpen of onder controle te houden op de grond, zonder direct iemand te moeten blesseren. Kano bedacht dat als je dit spel vaak en lang genoeg zou spelen, je er tenslotte een sympathieker mens door zou kunnen worden met een gezonder lichaam. Hij beschouwde Judo niet als zomaar een sport, maar vooral als een opvoedkundige methode.
Zijn filosofie wordt gekenmerkt door twee begrippen:
- Seiryoku Zenyo (maximale effectiviteit met minimale inzet): wat een persoon doet, moet met optimale inzet van geestelijke en lichamelijke energie gebeuren. In het Judo leert men de kracht van de tegenstander te gebruiken om hem ten val te brengen. In het leven is dit het principe van de juiste dingen doen op het juiste moment.
- Jita Kyoei (wederzijds profijt en welbevinden): de spelers dienen respect te hebben voor zichzelf en voor anderen.
-
- Bij het beoefenen van het Judo leren ze samen te werken om zich de vaardigheden eigen te maken. Zonder tegenstander om mee te judoën kan men de sport immers niet leren; men werpt zelf en wordt op zijn beurt geworpen. Deze opvatting van samenwerkend leren is ook in andere gebieden van het leven geldig. Om deze reden werd Jiu-Jitsu Judo, om te benadrukken dat het niet slechts ging om de technieken, maar om een hele manier van leven. Judoka's dragen een witte katoenen broek (zubon) en een jas (kimono) die door een band (obi) bijeen wordt gehouden. Het geheel noemt men een judogi. Meisjes dragen een wit shirt onder de kimono. De kleur van de band geeft de graad van gevorderdheid in het judo aan: een beginner heeft een witte band, waarna geel, oranje, groen, blauw, bruin en zwart volgen.
-
- Bij JVO geeft Marvin de la Croes en Peter Ankersmit judo.
-