Jiu-jitsu betekent 'zachte kunst'. Over het algemeen wordt aangenomen dat de verschillende Jiu-Jitsuvormen ontstonden uit de oudste Japanse vechttechnieken. Deze technieken werden verfijnd tijdens de Middeleeuwse Kamakuraperiode (1185-1333). Het Jiu-Jitsu werd beoefend door de Samoerai voor gebruik in de oorlog. Jiu-Jitsu was in die tijd echter niet de belangrijkste vechtmethode die werd beoefend. Het werd beschouwd als 'extra' naast het gebruik van wapens (zwaarden, speren etc.). Het vechten met blote handen was nodig voor soldaten die hun wapens waren verloren in de strijd. Het 'zachte' in Jiu-Jitsu slaat dus op het feit dat geen wapens worden gebruikt, niet op het feit dat de tegenstander zacht zou worden aangepakt (integendeel).
De Gouden Eeuw van het Jiu-Jitsu duurde van eind zeventiende eeuw tot midden negentiende eeuw. In die tijd zijn ongeveer zevenhonderd stijlen ontwikkeld. Deze Gouden Eeuw was een relatief vredige periode, waardoor het Jiu-Jitsu slechts weinig op het slagveld gebruikt werd. In deze periode ontwikkelde het zich meer in de richting van een sport. Vandaag de dag zijn er nog steeds sporen terug te vinden van de meer aggressieve periode.
Een vechtsport is gebonden aan regels die de veiligheid van de deelnemers moeten beschermen. In het Jiu-Jitsu zijn die regels er niet. Jiu-Jitsu is bij uitstek een vechtkunst, gebaseerd op de aanval van een tegenstander vanuit alle denkbare posities en vanuit diverse vechtdisciplines. Dit vereist een verdediging die gebruik maakt van de meest geschikte technieken tegen die aanval wat gepaard kan gaan met technieken die als onsportief en oneerlijk worden beschouwd in de reguliere vechtsporten (zoals Judo).
Omdat Jiu-Jitsu geen sport is, kan gewoon iedere techniek die efficiënt is gebruikt worden. Hierdoor is Jiu-Jitsu de Budosport die het best is toegerust op echte vechtsituaties. Het is niet voor niets dat Jiu-Jitsutechnieken de basis vormen voor veel vechttechnieken die heden ten dage in het leger of bij speciale politie-eenheden gebruikt worden.
Dat er geen regels zijn bij Jiu-Jitsu, betekent natuurlijk niet dat in de Dojo alles is toegestaan. Tijdens het trainen worden gevaarlijke technieken niet 'vol' uitgevoerd. De Jiu-Jitsuka leert hoe hij zijn tegenstander volledig uit kan schakelen, maar zal dit tijdens de training niet zodanig uitvoeren dat zijn oefenpartner schade oploopt. Ondanks het wat hardere karakter van deze sport zijn blessures daardoor zeer zeldzaam.
Naast wat in de dojo geleerd wordt, bestaat er wel een 'sportieve' versie van Jiu-Jitsu. Deze wordt gebruikt in wedstrijden. Hierbij wordt een aantal verboden opgelegd te opzichte van wat de Jiu-Jitsuka heeft geleerd: bepaalde technieken mag hij tijdens de wedstrijden niet toepassen.
OP DIT MOMENT GEEN LES BESCHIKBAAR